We leerden over de cirkel.
We propten de woorden in ons hoofd door ze veel op te schrijven: op de speelplaats, op ons schrijfplankje in ons schrift.

1000 het belangrijkste getal in het derde leerjaar.

We stapten 1000 meter.
Hoe ver zouden we raken van het kapelletje richting Oostende?
Tot aan het zebrapad aan de vaartstraat?
Tot aan het kanaal (dat is een banaan-woord)?
Tot in Oostende?
...
Neen, tot op de brug boven de autosnelweg.
Daar mochten we zwaaien naar de rijdende voertuigen.
Toeters, lichten, gezwaai ... we vonden het super!
Maar ook wel een beetje bangelijk!
De wind waaide namelijk heel hard.

We stapten ongeveer 15 minuten.
Dat is 4 km per uur.
We moesten natuurlijk veel stoppen, want ....
Iedereen mocht het meetwiel 50 meter voortduwen.
Hiervoor hadden we 20 duwers nodig.

Terug op school hadden we nog even tijd om te schatten hoe lang de speelplaats is.
Daarna mocht iemand met het meetwiel meten.
Wie zat er dicht bij het juiste antwoord? Spannend was dat?

Iedereen kreeg ook 50 m de kans om een kiekje te nemen van wat te zien was onderweg.

Kijk jij ook eens mee? 

Op stap naar de bib.
We gingen op zoek naar een leesboek in de bib.
We mochten een plekje zoeken in de bib om al wat in ons boek te lezen.
Onderweg genoten we van de lentezon, de prachtige bloesems en het insectenhotel.
We bekeken de verkeersborden.

Tanden poetsen: check!
Knuffel: check!
Verhaaltje: check!

SLAAP LEKKER!